vrijdag 15 april 2011

Kwajongen op leeftijd


Op 3 april werd onze China-tentoonstelling Yin en Jan feestelijk geopend. Burgemeester Aboutaleb was van de partij, de Chinese ambassadeur, maar ook flink wat Chinezen en Nederlanders die we tijdens Chinees Nieuwjaar speciaal voor de tentoonstelling hebben geïnterviewd en geportretteerd.
Zo ook meneer Denneboom.
Meneer Denneboom is een breekbare heer van achter in de zeventig die me tijdens Chinees Nieuwjaar minstens een half uur in gijzeling heeft genomen. “Ach meneer, ik verblijf in een verzorgingstehuis en ben vandaag voor het eerst weer buiten”, was zijn openingszin. Wat volgde was een autobiografisch relaas over zijn kwakkelende gezondheid, zijn ex-vrouw – “een takkewijf” – en het recente overlijden van zijn geliefde zwager. Meneer Dennebooms tranen vloeiden rijkelijk en ook zijn woordenstroom kon ik moeilijk indammen. Uiteindelijk lukte het mij toch het gesprek richting Chinezen te voeren. Daar ging het ons immers om.
“Chinezen? Dat vind ik fantastische lui!”
“Wat is uw oudste herinnering aan hen?”, vroeg ik.
Meneer Denneboom begon te lachen: “Ik weet nog goed dat ik – ergens in de jaren vijftig – voor het eerst met mijn zwager naar de afhaal-Chinees ging… Die wat toen nieuw, bij de Mathenesserbrug. Dus wij naar binnen, zegt die Chinees: ‘Ni pan, ni nasi!’”
“Wat betekende dat?”
“Nou gewoon, je moest je eigen pannetje meenemen en daar deden die Chinezen dan het eten in. Wisten wij veel! Mijn zwager was nogal een opgewonden standje. Hij had honger, werd woedend en riep: ‘Ni pan? Ni nasi? Geen kut, niet neuken!’ Hahaha!”

Tijdens de opening kwam ik meneer Denneboom dus weer tegen. Dit keer keurig in het pak en met gekamde haren. Uiteraard wees ik hem de weg naar zijn eigen portret in Yin en Jan. ‘“Ni pan, ni nasi!” Vroeger nam je je eigen pan mee naar de afhaal-Chinees.’staat er onder te lezen.
“Klopt! Dat heb ik toen gezegd.” bevestigde meneer Denneboom. Vervolgens gaf hij een ondeugende knipoog: “Was je de rest vergeten?”