zondag 25 september 2011

Historisch spervuur


Hoewel de China-tentoonstelling ‘Yin en Jan’ alweer een half jaartje geopend is, zijn we er nog volop mee bezig. Vorige week woensdag hadden we bijvoorbeeld professor Barend ter Haar over de vloer, een gerenommeerd Sinoloog en China historicus, verbonden aan de Universiteit Leiden.
Geen alledaagse gast.
In de entreehal van het Maritiem Museum gaf de professor zijn openingscollege Chinese geschiedenis, vooral bedoeld voor zijn eigen eerstejaarsstudenten – 100 nieuwsgierige exemplaren die voor de gelegenheid naar Rotterdam waren afgereisd - maar ook toegankelijk voor Vrienden van het Maritiem Museum en gewone bezoekers.
Ze kwamen niet voor niets. Professor Ter Haar weet namelijk niet alleen veel, heel veel, over China, hij vindt het ook heerlijk om die kennis te etaleren. In ons geval live aangevuld door onze eigen conservator Irene Jacobs. Ze behandelden samen de 400 jaar oude relatie tussen China en Nederland.
En dat alles in een uurtje.
Het resultaat: een stortvloed aan informatie. Van Dirk China en Jacob van Neck tot Mao Zedong; van Koreaanse buurman Kim Jong Il tot Khublai Khan; en uiteraard van Qin, Han en Tang tot hedendaags China. Menig beginnend student stond het water al snel aan de lippen, maar de professor bracht zijn college zo flamboyant dat ze het hoofd toch boven water wisten te houden. Of dat ook voor onze eigen Vrienden en bezoekers gold, durf ik niet te beweren, maar zeker is dat ze een gedenkwaardig uurtje met een ongekende informatiedichtheid achter de rug hebben.
Leuk hoe ‘Yin en Jan’ ons nog steeds bezig houdt.

woensdag 7 september 2011

Conservator met zelfspot


Toen ik twee jaar terug aan de slag ging in de museumwereld, viel een ding mij meteen op: museummensen nemen zichzelf verschrikkelijk serieus. Aan deskundige specialisten geen gebrek, maar slechts een enkeling heeft zich verdiept in zelfspot.
Ik had echter geluk. In het Maritiem Museum kom ik namelijk wel collega’s tegen die de draak met zichzelf durven te steken. Zelfs onder onze conservatoren; bij andere musea toch vaak de meest zwaarwichtige collega’s.
Zo werd ik een jaar terug aangenaam verrast door Jeroen ter Brugge, ons Hoofd Collecties, zeg maar de überconservator. Jeroen vond het geen probleem om een stoffige parodie op zichzelf te spelen in een introductiefilm bij een van onze museumlessen. Dat verdient natuurlijk veel respect, maar mijn allergrootste held is sinds kort conservator Wouter Heijveld…
Wouter speelde enkele weken terug zichzelf in een interviewfilmpje met Jack Wouterse. Voor de kust van Scheveningen werd hij aan boord van museumschip Mercuur aan de tand gevoeld over kustnavigatie. Hoewel hij waarschijnlijk de enige was die iets tegen zeeziekte had ingenomen, werd uitgerekend Wouter zeeziek. Dat maakte het filmen knap lastig. Zo goed en kwaad als het ging werden, tussen het braken door, de nodige beelden geschoten. De filmsessie eindigde met een tweegesprek tussen Wouter en Jack. Dat ging ongeveer zo:
Jack: “Ah, nu snap ik hoe dat werkt met kustnavigatie.”
Wouter (bleekjes): “Nou… eh… gelukkig maar.”
Jack (plagend): “Harinkje?”
Dat was duidelijk een culinaire suggestie teveel. Voor het oog van de camera draaide Wouter zich om, rende naar de reling en ging vervolgens tamelijk overtuigend over zijn nek. Menig conservator zou bezwaar hebben gemaakt tegen het gebruik van de amusante beelden die dat tafereel opleverde – ze passen immers niet bij het zorgvuldig opgepoetste imago – maar Wouter niet. Wouter besefte dat zijn zeeziekte weliswaar een ongemakkelijke bijkomstigheid was, maar ook dat het filmpje daardoor aan kracht heeft gewonnen. Gelukkig doet Wouter wel aan zelfspot.