vrijdag 29 januari 2010

Jonge goden (1)


Als je ouder bent dan veertig…

Of nee, dat wordt te pijnlijk, die leeftijd heb ik zelf bereikt…

Opnieuw…

Als je ouder bent dan vijftig, kun je dit blog beter overslaan. Het gaat namelijk over leeftijd. Zelf ben ik nog niet zo lang werkzaam in de museumwereld, maar een ding valt me op: de fixatie op de jeugd. Musea bedenken de gekste dingen om de aandacht van jongeren te vangen. We twitteren, facebooken, hyven en bloggen dat het een aard heeft. Exposities moeten interactief zijn, propvol multimedia zitten en vooral niet te diep gaan. En – echt waar – de persfoto’s die we rondsturen bevatten bij voorkeur jonge mooie mensen, want stel je eens voor dat iemand ontdekt dat ook senioren onze musea bezoeken…

Typisch.

Afgelopen vrijdag volgde ik de eerste aflevering van de cursus Maritieme Geschiedenis van Nederland. Conservator Wouter Heijveld gaf in de Zadkine Zaal een boeiende presentatie over de ontwikkelingen in de scheepvaart sinds 1800. Dit soort cursussen is nieuw voor ons, maar blijkt een schot in de roos. De zaal was goed gevuld en het gehoor hing aan Wouters lippen. Saillant detail: het waren allemaal heren – en één dame – op leeftijd. Stom genoeg was mijn eerste gedachte: “Hoe zorgen we ervoor dat ook jonge mensen op deze cursus intekenen?”

Kennelijk heb ik nu ook een flinke jongeren-fixatie opgelopen!

Gelukkig komen aanstaande dinsdag alle educators van de Rotterdamse musea bij elkaar om te praten over musea en senioren. Erg belangrijk. Ouderen zijn onze trouwste en meest dankbare doelgroep. Waarom schamen we ons eigenlijk voor ze?

vrijdag 22 januari 2010

Streep door de strenge filosoof


Deze week hadden collega Hanneke en ik een ontmoeting met een filosoof, althans iemand die zich bezig houdt met het filosoferen met kinderen. Mijn vooroordelen speelden weer eens op. Ik verwachtte een strenge, pezige heer uit de school van Pythagoras, met onverzorgde baard en wilde haren. Niets was minder waar: Marja van Rossum bleek een leuke, gevatte dame met pretoogjes. Ze woont ook niet ergens in een kuil in de Sinai, maar in een – zoals ze zelf zegt – “poppenhuisje” aan een Delftse gracht.

Het mag duidelijk zijn. Mijn beeld van de ascetische filosoof die zijn genialiteit paart aan een overdosis wereldvreemd autisme, kan na deze ontmoeting voorgoed op de helling. Marja bezoekt scholen in het hele land en leert kinderen creatief en analytisch te denken. Gewoon met alledaagse thema’s. Op slimme, want speelse, wijze zet ze kinderen van uiteenlopende leeftijden op een ander denkspoor. Ook in musea kun je daarmee aan de slag en scholen hebben daar behoefte aan. Voor Kröller-Müller ontwikkelde Marja bijvoorbeeld samen met educator Herman Tibosch de lessen Filosoferen met Natuur, Filosoferen met Beelden en Filosoferen met Schilderijen.

Kortom, Marja bleek een heel inspirerende persoonlijkheid die ons met haar wapenfeiten wist te enthousiasmeren. En waarom ook niet? Je kunt overal filosoferen? Dus ook in het Maritiem Museum. Over Rotterdam, verre reizen, scheepsnamen, havens, gezonken schepen, zeekaarten…

Wordt ongetwijfeld vervolgd.

vrijdag 15 januari 2010

China in een meisjeskamer


In 2011 pakken we uit! Dan staat ons museum in het teken van China. Met een ambitieuze tentoonstelling belichten we de relatie tussen Rotterdam en Sjanghai.

China dus. Een lekker breed onderwerp.

Het projectteam is aan de slag gegaan en - ietwat formeel - hebben we deze week de centrale boodschap geformuleerd: het effect van globalisering op ons dagelijks leven, geïllustreerd door de steden Rotterdam en Sjanghai. Ik verdiep me ondertussen in de doelgroepen die we met zo’n tentoonstelling educatief kunnen bedienen.

China is in de afgelopen vijftig jaar onderdeel geworden van ons dagelijks leven. Praktisch de gehele inboedel van een gemiddelde Nederlandse woonkamer is ooit uit China aan komen varen. Raakvlakken met een breed publiek zijn dus snel gevonden, maar zou China ook een rol spelen in een kinderleven?
Ik besluit de proef op de som te nemen. Dochter Loes (9) heeft buiten winterpret en ik waag mijn leven in de roze chaos die haar kamer schijnt te zijn. Hoeveel van haar – schier ontelbare – spulletjes, komen uit China? Behoedzaam beweeg ik me rond tussen een diaspora aan speelgoedpaardjes, rondslingerend roze ondergoed, hoogbenige barbies en een contingent knuffels. Een steekproef levert het bewijs. Plastic diertjes? Made in China. Legpuzzles? Printed in China. CD-speler? China. Knuffelhond? China. Spaans jurkje? China.

Alleen het houten poppenhuis is uitzondering op de regel. Dat komt uit Schiedam, huisvlijt van oom Ton. Maar voor de rest: China! China! China! Ook kinderen hebben we duidelijk iets te bieden met een China-tentoonstelling.

donderdag 7 januari 2010

Do you speak English?


Na jaren ploeteren was ik zover: ik beheerste de Engelse taal. Althans, de zoölogische variant. Bij mijn vorige werkgever - Diergaarde Blijdorp - heb ik menigmaal the nose gestoten aan een onvertaalbare vakterm, maar aan het eind van mijn carrière had ik ze alle onder de knie. Zo noemen Engelsen een stokstaartje meerkat, niet te verwarren met onze eigen meerkat, de Afrikaanse apensoort die de Engelsen guenon plegen te noemen. Een dromedaris is gewoon een camel (two humped dat wel) en een verblijf een enclosure. Cage is trouwens net als kooi politiek incorrect.

Nu ik sinds de zomer voor het Maritiem Museum werk, kan ik weer from scratch beginnen. Dat bleek gisteren toen scholengemeenschap Wolfert van Borselen een nieuwjaarsbijeenkomst in ons museum organiseerde.
Aan mij de schone taak een presentatie te geven over Ranking History, het lesprogramma bij Geen Zee te Hoog. Voor de gelegenheid - het zijn immers potentiële klanten - had ik me uitgeleefd in een aansprekende quiz over de 20 belangrijkste maritieme onderwerpen uit de les.
Een half uur van te voren vereerde publiekscollega Peter mij onverwachts met een bezoek: "Eh, Robert, ze willen ook een praatje in het Engels. Wil jij dat doen?"
"Tuurlijk. Geen probleem.", blufte ik: "Ik vertaal wel een eind weg."
Nou dat viel vies tegen. OK, ik worstelde me er doorheen en deed mijn gestuntel af met een tongue in cheek grapje, maar wat is in vredesnaam 'diepgang' in het Engels? Of stoomvaart? Oostzee? Specerijen? Moedernegotie? Driehoekshandel? Scheepswerf?

Achteraf I have to admit I frequently stood with my mouth fool of teeth.