vrijdag 19 augustus 2011

Jack Wouterse en Gerard Mercator


Gerard Mercator.
Ik weet het: ik ben een uitzondering, maar zodra ik de naam van deze cartograaf hoor, spits ik de oren.
Jij waarschijnlijk niet.
Dat is natuurlijk de spagaat waarin een educator zich regelmatig bevindt; een bepaald onderwerp is misschien heel belangrijk en in potentie reuzeboeiend, maar probeer dat je publiek maar eens wijs te maken…
Soms grijpen we naar een paardenmiddel. We vatten een moeilijk verhaal samen in een belachelijk kort tekstje, verwerken het tot een ludiek spel of maken er een aantrekkelijk ‘filmpje’ van. Het maken van zo'n educatief filmpje is een kunst op zich. Vooral het Klokhuis is daar meesterlijk in. Dit jeugdprogramma slaagt er al jaren in om met jonge, ADHD-achtige presentatoren op lichtvoetige wijze de meest complexe onderwerpen tot de essentie te fileren.
Voor ‘Recht zo die gaat!’, onze komende Mercator-tentoonstelling, probeerden we die aanpak te imiteren. Dat heeft Mercator wel verdiend. Vier eeuwen terug maakte deze Vlaamse cartograaf namelijk een zeekaart waarmee voor het eerst in de geschiedenis fatsoenlijk kon worden genavigeerd. Het gebruik ervan is echter tamelijk complex en nauwelijks in een kort tekstje te vangen. De oplossing?
Juist!
Een filmpje.
Geschikte deskundigen hadden we snel gevonden. Willem Busz, navigatiedocent aan het Scheepvaart en Transport College, en twee van onze eigen conservatoren wilden graag figureren. Toch vreesden we dat hun heldere uitleg niet afdoende zou zijn.
Te dociel.
En daarom hebben we acteur Jack Wouterse ingeschakeld om deze experts te verzachten, te vermenselijken. Grote vriendelijke reus Jack wist precies de juiste lekenvragen te stellen, waardoor een naturel gesprek met onze deskundigen ontstond waarin alle info op vrolijke wijze aan bod kwam. Jack bleek de ideale intermediair tussen cartograaf Mercator en het grote publiek.
Wedden dat Jack ook jou straks de oren laat spitsen?

dinsdag 16 augustus 2011

Drie Nederlanders op de Titanic




Op 15 april 2012 is het honderd jaar geleden dat de Titanic ten onder ging. In de tussentijd zijn er natuurlijk veel meer schepen gezonken, maar deze ramp kennen we nog allemaal. Vandaar dat het Maritiem Museum in 2012 een kleine tentoonstelling aan de Titanic zal wijden. Nu is alles wel zo’n beetje gezegd en geschreven over dit passagiersschip, dus zochten we naar een originele invalshoek. Die hebben we gevonden. We concentreren ons op de lotgevallen van de drie Nederlandse passagiers aan boord: meneer Reuchlin, een directeur van de Holland-Amerika Lijn, kok Bolhuis en stoker Van der Brugge.
We gaan voor human interest.
Wat meneer Reuchlin betreft valt er een hoop te vertellen. Zijn familie heeft een archief bijgehouden, dus aan emotionele, persoonlijke objecten geen gebrek. Van Bolhuis is echter weinig bekend en Van der Brugge is ronduit een mysterie. We weten niet eens hoe hij eruit zag.
Lastig werken natuurlijk.
Vandaar dat de Titanic-projectgroep afgelopen donderdag de kunst heeft afgekeken bij het Airborne Museum in Oosterbeek en het nabij gelegen Openluchtmuseum in Arnhem. Qua onderwerpen natuurlijk mijlenver verwijderd van onze tragische oceaanreus, maar de manier waarop deze twee musea onze emoties bespelen, bleek toch erg leerzaam. Het Airborne Museum wemelt van de persoonlijke ooggetuigeverslagen die de slag om Arnhem tastbaar maken, terwijl het Openluchtmuseum vooral veel ‘gewone’ mensen aan het woord laat, waardoor zelfs een stoffig onderwerp als klederdracht een snaar weet te raken. Beide gebruiken vooral veel citaten, veel soundbytes en heel veel directe en indirecte sfeerbeelden. De museumobjecten doen er nog wel toe, maar krijgen een menselijke context.
Dat gaan we voor de Titanic ook proberen.