vrijdag 19 november 2010

Een terechte winnaar


Mooi plaatje toch?
Dit is het uitzicht vanaf de 13e verdieping van het het Scheepvaart en Transport College (STC) aan de Lloydpier. In de verte zie je de mist naderen die nog geen uur later Rotterdam veranderde in een ondoorzichtige witte soep. Ik was afgelopen dinsdag uitgenodigd om de uitreiking van de Job Dura Prijs bij te wonen. Deze vond plaats in het STC.
Vandaar.
Het thema van deze tweejaarlijkse prijs van 25.000 euro was “Morgen Wijzer”. En zodoende was een strenge vakjury het afgelopen jaar op zoek naar het meest duurzame en innovatieve bouwproject op het gebied van onderwijs. Aanvankelijk werd er heel breed gezocht, waardoor ook de renovatie van ons marineschip De Buffel en de educatieve baobab van Diergaarde Blijdorp in het plaatje pasten, maar later werd de blik vernauwd richting schoolgebouwen. Hoe het ook zij, als troost werden we in ieder geval wel uitgenodigd voor de uitreiking.

Eenmaal op de 13e verdieping gearriveerd bleek ik natuurlijk dramatisch underdressed. Dura, de initiatiefnemer van de prijs, is een grote Rotterdamse aannemer en het leeuwendeel van de aanwezige bestond dan ook uit gewichtige middelbare heren in iets te ruime kostuums en dito overjassen. Vooral veel belangrijke mensen uit de bouwwereld dus. De genomineerden waren daardoor makkelijk te herkennen: van die informeel geklede dames en heren uit de onderwijswereld. Daar paste ik dan weer wel tussen.

Ook de collegezaal waar de winnaar bekend werd gemaakt, bood trouwens een adembenemend uitzicht. Dat spektakel was natuurlijk ruis voor de sprekers en uit mededogen werd al snel een enorm gordijn dichtgetrokken.
Even later bleek de winnaar van de Job Dura Prijs de RDM Campus te zijn. Volstrekt terecht. De enorme industriehallen van deze roemruchte werf bieden sinds kort onderdak aan onderwijs (mbo en hbo), bedrijven en evenementen. Stond RDM voorheen voor Rotterdamsche Droogdok Maatschappij, nu betekent het Research Development and Manufactouring – op zich al knap gevonden - en een zogenaamd Innovation Dock is nu het kloppend hart van wat kort geleden nog een terminaal industrieel complex was.
Een successtory.

Tegen zo’n miljoenenproject was onze heringerichte Buffel natuurlijk niet opgewassen, maar het uitzicht was gelukkig mooi en de winnaar inspirerend.

maandag 15 november 2010

We lopen achteruit de toekomst in


Afgelopen vrijdag bezocht ik samen met collega Lucie Kuypers ‘Connect!’, een congres over musea en nieuwe media. Al eerder blogde ik over mijn digibetisme en het zal dus niet verbazen dat ik met gemengde gevoelens naar Zeist vertrok. Gelukkig is Lucie mij lichtjaren vooruit; zij is hélemaal 2010. Sterker nog, de virtuele lokroep van ‘Connect!’ was voor haar zo onweerstaanbaar dat ze zelfs bereid was om tijdens haar zwangerschapsverlof af te reizen. Voor mij wel prettig, want Lucie’s digitale charisma straalde natuurlijk ook een beetje op mij af.

Uiteindelijk viel het congres reuze mee. Ik verwachtte vooral wild om zich heen twitterende museumcollega’s, maar gelukkig waren er meer onnozelen als ik. De organisatie had daar rekening mee gehouden; er waren workshops voor gevorderden, maar ook voor nieuwelingen.

De meeste troost putte ik uit de lezing van professor Paul Rutten. Niet alleen omdat hij een zeer begrijpelijk verhaal afstak over de recente ontwikkelingen op het gebied van nieuwe media, maar vooral ook omdat hij mij deed beseffen dat ik geen complete digibeet ben. “Er zijn op dit moment 300.000 twitteraars”, vertelde de professor bijvoorbeeld. Slechts twee procent van de Nederlandse bevolking! En ik hoor - hoewel aarzelend - bij deze kopgroep.
Maar dat is nog niet alles. Prof Rutten kon ook uitleggen waarom ik nog steeds geen warme gevoelens bij dat hippe twitteren krijg. Dat komt omdat “(…) we achteruit de toekomst in lopen.” Met nieuwe vindingen proberen we onze traditionele gewoontes voort te zetten. Daarom leek de eerste auto op een koets, bouwde men de eerste moderne bruggen met gietijzeren imitatie-rotsblokken en willen we nog steeds een bladzijde omslaan als we een e-book lezen.
Precies mijn probleem met Twitter.
Ik gebruik het op dezelfde manier als old school e-mail: op een vast moment check ik mijn twitterberichten, ik heb de neiging om alles te lezen en bovendien zend ik alleen tweets met links naar meer info. Kennelijk heb ik aan 140 leestekens niet genoeg. Met dit blog van 430 woorden kan ik beter uit de voeten.

Conclusie: Prof Rutten legde zijn vinger op de zere plek: ik ben nog lang geen Homo twitterensis… maar compleet achterlijk ben ik ook weer niet.

vrijdag 5 november 2010

Terug op zijn voetstuk



Daar stonden we dan in het depot. Patricia, Ron en ik, respectievelijk de projectleider, conservator en educator bij de tentoonstelling over Mercator.

Mercator?

Misschien doet de naam bij u slechts een belletje rinkelen, maar bij ons, in de maritieme wereld, is Mercator een superheld. Mercator is de man van dé Mercatorprojectie. Zijn wereldkaart uit 1569 met wassende graden is min of meer bepalend geweest voor ons beeld van de wereld. In 2012 is het vijfhonderd jaar geleden dat Mercator werd geboren en dat moet gevierd worden. Musea over de hele wereld zullen de beste man en zijn prestaties in het zonnetje zetten. Ook het Maritiem Museum doet mee.

Nu durf ik veel te beweren, maar toch niet dat ik een groot Mercator-kenner ben, en stiekem geldt dat ook voor Patricia en Ron. Vandaar dat we Sjoerd de Meer – dé cartografische specialist van ons museum – vroegen om ons bij te praten en te enthousiasmeren. Dat wilde hij wel en niet veel later troffen wij hem in het depot bovenin het museum.
Het verhaal van Sjoerd was even inspirerend als ontluisterend. Prachtig waren de wereldkaarten van Mercators voorgangers en navolgers die hij ons voorschotelde. Cartografische giganten als Ptolemaeus, Ortelius, Hondius en Blaeu passeerden de revue; de kaartenverzameling van het Maritiem Museum is een ware schatkamer.
Waar wij echter vooral benieuwd naar waren, was de invloed van Mercator op de zeevaart, de navigatie. Gebruikte de VOC zijn projectiemethode bijvoorbeeld?
“Neu, de meeste VOC-kaarten waren van een relatief klein gebied en daarbij werd de Mercatorprojectie niet gebruikt. Alleen overzeilers (kaarten van de Oceaan) hebben soms een Mercatorprojectie”, wist Sjoerd
En andere zeelieden, gebruikten die wel Mercators wereldkaart? Hij was immers voor zeevaarders bedoeld.
“Niet echt, voor de meeste zeevarenden was de Mercatorprojectie te moeilijk om te begrijpen en voor korte trajecten ook niet nodig.”
Maar dan was Mercators wereldkaart toch zeker de eerste met het noorden boven en Europa in het midden?
“Nee hoor, kijk maar: deze kaart is veel ouder. Daar staat de wereld ook al op afgebeeld zoals wij hem ongeveer kennen.”

Gelukkig kan ik u geruststellen; uiteindelijk viel het kwartje alsnog en hebben we Mercator terug op zijn voetstuk kunnen plaatsen. De argumenten voor deze razendsnelle rehabilitatie verklap ik nog niet. Die hoort u in september 2012 als de tentoonstelling geopend wordt.