vrijdag 19 juli 2013

"... wachten tot ik kan inslapen."



"Hallo! Is daar iemand?"
Niemand reageert. Toch staat de deur van de woonboot wagenwijd open en schalt de stem van een nieuwslezer door het interieur: "INWONERS VAN ’S GRAVENDEEL ZIJN VANMORGEN VANAF VIJF UUR WAKKER GEHOUDEN DOOR KERKKLOKKEN…"
Ik loop terug over de houten loopbrug en wil weer op mijn fiets stappen als ik door het voorste raam van de woonboot duidelijk iemand zie zitten.
Toch weer terug.
"Hallo! Mag ik even binnenkomen?"
Ik stap over de drempel en kijk een piepkleine woonkamer in. Daar zie ik een oud dametje op bed zitten. Ze wenkt me vriendelijk en zegt iets, maar dat wordt overstemd door het lawaai van haar televisie.
Ik geef haar een hand.
"Wie bent u?" vraagt ze. Ze zet de tv zachter. Dat scheelt.
"Sorry dat ik zomaar kom binnenvallen. Ik ben Robert van Herk van het Maritiem Museum. Ik heb een vraagje..."
Ze kijkt me aan, met grote niet-begrijpende ogen.
"U moet duidelijker praten, meneer."
Mijn visitekaartje biedt uitkomst. Ze bestudeert het aandachtig.
"Ik ben Robert van Herk van het Maritiem Museum”, herhaal ik luid en duidelijk: “We gaan een film maken over wonen op water en nu heb ik..."
"Het Maritiem Museum? O, dat ken ik wel. Dat is ver weg toch?"
"Valt wel mee hoor. In Rotterdam. We willen graag een aantal woonbootbewoners interviewen. Is dat iet voor u?", val ik met de deur in huis.
"O, wat een leuk onderwerp. Ik woon hier al sinds 1960."
Dat klinkt veelbelovend. De mintgroene woonboot - een schark om precies te zijn - van mevrouw valt me al heel lang op. In voorgaande jaren stonden het dek en de kade vol bloeiende potplanten. Deze zomer niet, maar het ouderwetse scheepje blijft een plaatje.
"Helaas kan ik u niet helpen. Ik heb palliatieve verzorging. Kanker."
Ze vertelt het terloops, alsof het een kleinigheid betreft. Ik sta echter met een mond vol tanden.
"Geeft niks hoor”, pareert ze mijn verwarring: “Dat kon u niet weten, dat ik hier zit te wachten tot ik kan inslapen."
Beschaamd wissel ik nog wat beleefdheden uit en laat haar daarna met rust. Het voelt als vluchten. Ik laat haar immers achter, eenzaam op bed in haar snikhete woonkamertje. Achter me hoor ik dat ze het nieuws alweer harder zet: "DE DERDE DAG VAN DE VIERDAAGSE WAS QUA WEER DE MOEILIJKSTE DAG…"
Op de kade kijk ik nog een keer om. Het silhouet van mevrouw zwaait me vriendelijk gedag.
“Lekker belangrijk, zo’n film”, denk ik nog.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten