"Hallo! Is daar iemand?"
Niemand reageert. Toch staat de deur
van de woonboot wagenwijd open en schalt de stem van een nieuwslezer door het
interieur: "INWONERS VAN ’S GRAVENDEEL ZIJN VANMORGEN VANAF VIJF UUR
WAKKER GEHOUDEN DOOR KERKKLOKKEN…"
Ik loop terug over de houten
loopbrug en wil weer op mijn fiets stappen als ik door het voorste raam van de
woonboot duidelijk iemand zie zitten.
Toch weer terug.
"Hallo! Mag ik even
binnenkomen?"
Ik stap over de drempel en kijk een
piepkleine woonkamer in. Daar zie ik een oud dametje op bed zitten. Ze wenkt me
vriendelijk en zegt iets, maar dat wordt overstemd door het lawaai van haar
televisie.
Ik geef haar een hand.
"Wie bent u?" vraagt ze.
Ze zet de tv zachter. Dat scheelt.
"Sorry dat ik zomaar kom
binnenvallen. Ik ben Robert van Herk van het Maritiem Museum. Ik heb een
vraagje..."
Ze kijkt me aan, met grote
niet-begrijpende ogen.
"U moet duidelijker praten,
meneer."
Mijn visitekaartje biedt uitkomst.
Ze bestudeert het aandachtig.
"Ik ben Robert van Herk van het
Maritiem Museum”, herhaal ik luid en duidelijk: “We gaan een film maken over
wonen op water en nu heb ik..."
"Het Maritiem Museum? O, dat
ken ik wel. Dat is ver weg toch?"
"Valt wel mee hoor. In
Rotterdam. We willen graag een aantal woonbootbewoners interviewen. Is dat iet
voor u?", val ik met de deur in huis.
"O, wat een leuk onderwerp. Ik
woon hier al sinds 1960."
Dat klinkt veelbelovend. De
mintgroene woonboot - een schark om precies te zijn - van mevrouw valt me al
heel lang op. In voorgaande jaren stonden het dek en de kade vol bloeiende
potplanten. Deze zomer niet, maar het ouderwetse scheepje blijft een plaatje.
"Helaas kan ik u niet helpen.
Ik heb palliatieve verzorging. Kanker."
Ze vertelt het terloops, alsof het
een kleinigheid betreft. Ik sta echter met een mond vol tanden.
"Geeft niks hoor”, pareert ze
mijn verwarring: “Dat kon u niet weten, dat ik hier zit te wachten tot ik kan
inslapen."
Beschaamd wissel ik nog wat
beleefdheden uit en laat haar daarna met rust. Het voelt als vluchten. Ik laat
haar immers achter, eenzaam op bed in haar snikhete woonkamertje. Achter me
hoor ik dat ze het nieuws alweer harder zet: "DE DERDE DAG VAN DE
VIERDAAGSE WAS QUA WEER DE MOEILIJKSTE DAG…"
Op de kade kijk ik nog een keer om.
Het silhouet van mevrouw zwaait me vriendelijk gedag.
“Lekker belangrijk, zo’n film”, denk
ik nog.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten