Natuurlijk kwam ook die middag de regen met bakken uit de hemel - het was immers november 2013 - maar ik geloof niet dat het de sfeer aan boord negatief beïnvloedde. Zelfs door de beslagen raampjes van een huurbusje is een straddle carrier immers een indrukwekkend monster.
Een straddle carrier?
Jawel, een spinachtig voertuig dat containers bij de walkranen weghaalt
om ze elders op vrachtwagens te laden. Ik meld het hier achteloos, maar wil zeker
niet suggereren dat ik verstand van zaken heb. Na vier jaar Maritiem Museum
bevind ik me qua havenkennis ongetwijfeld ergens boven het landelijk
gemiddelde, maar ook voor mij blijft een rondrit door de haven een leerzame
bezigheid.
Gelukkig kreeg ik dankzij collega Hanneke de kans om zo’n expeditie mee
te maken. Met vier van onze vijf museumdocenten verkenden we vorige week de
Rotterdamse haven. In de eerste plaats om de oproepdocenten inhoudelijk te
stichten, maar ook om er zelf wat van op te steken. Havengids Koos vonden we bereid
om zijn overvloedige kennis over ons uit te storten. De beste man heeft
connecties en zodoende kregen we onder andere toegang tot de containerterminal
van de ECT op de Maasvlakte. Net een
safari; zolang we aan boord van het busje bleven, kon ons niets overkomen.
“Kijk, met die witte poortjes detecteren ze of een container radioactieve
lading bevat.”
Ik probeerde te zien wat Koos bedoelde, maar was vooral bezig met het
ontwijken van de vele vrachtwagens die over het immense terrein hun bestemming
zochten. Ik mocht dan wel mee van Hanneke, maar alleen als eerste stuurman.
We vervolgden onze ontdekkingstocht.
Na tweehonderd meter gesticuleerde een vrachtwagenchauffeur driftig dat
ik links van een of andere streep hoorde te rijden. Een attente suggestie die
ik gedwee opvolgde. We passeerden vervolgens talloze enorme walkranen om uiteindelijk
te stoppen bij een parkeerhaven, vlakbij een schip dat in een moordend tempo van zijn
containers werd verlost.
Nu had ook ik eindelijk de rust om onder de indruk te raken.
“Die onbemande karretjes zijn een uitvinding van de ECT. Alleen in de
containerkranen zitten nog mensen”, lichtte Koos toe.
We keken onze ogen uit. Science
Fiction in de haven. En dit was nog maar Maasvlakte 2.
Zó 1970.
Na de ECT volgde een verkenning van de tweede Maasvlakte, Europoort, de
Maeslantkering en de landtong bij Rozenburg. Koos was helemaal in zijn element
en vertelde honderduit. Zelfs in de stroperige avondspits terug naar Rotterdam,
bleven de weetjes en anekdotes vloeien. Voldaan arriveerden we bij de Leuvehaven.
“Leuke dag gehad? “, vroeg mijn vrouw ‘s avonds.
“Zeker. Een paar mooie straddle
carriers gezien.”
Dat maakte natuurlijk diepe indruk.
Zelf ben ik al twee keer op een open dag geweest in een haven en daar staat echt mega grote machines. Ik vond vooral de havenkraan groot en mooi om te zien hoe ze daarmee boten inladen.
BeantwoordenVerwijderen