vrijdag 16 april 2010

Triest


Dinsdag ging er iemand dood onder mijn raam.

Met een werkplek midden in het centrum van Rotterdam hoor je niet snel op van een sirene, maar dit keer was het zo’n kakofonie dat ik toch even stopte met mijn bezigheden.
Beneden op straat was het een drukte van belang. Allerlei hulptroepen waren gearriveerd, zelfs een grote brandweerwagen was uitgerukt. Tussen de nieuwsgierig toekijkende passanten en professioneel opgestelde agenten, herkende ik een ambulance-medewerker. Hij zat op zijn knieën en was druk bezig met reanimeren. Het slachtoffer was net niet zichtbaar. Ik zag alleen een stel benen. Gruwelijk natuurlijk. Je zal er maar liggen!

Zo’n reanimatie kan echter lang duren en dus ging ik weer aan de slag.

Tien minuten later keek ik weer naar beneden. Inmiddels werd het slachtoffer door twee agenten aan het zicht onttrokken met een oranje zeiltje. Het reanimeren ging gewoon door.

Arme drommel.

De telefoon ging. Het was de drukker. Of de kleurenprints voor het nieuwe lesprogramma in orde waren? Ik kon hem geruststellen. Even later een afspraak met een leerkracht van de Hogeschool Rotterdam.

En zo verstreek de tijd. “Ach ja, die man beneden!” Bijna was ik hem vergeten. Ik keek weer uit het raam. Het slachtoffer was weg, het trottoir leeg. Alle hulpdiensten waren vertrokken. Mensen liepen weer over straat alsof er nooit iets gebeurd was.
Zo kan je leven dus eindigen: je krijgt een hartaanval en sterft op de stoep, mensen kijken even op en gaan weer aan het werk.

Triest.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten