donderdag 3 februari 2011

Chinezen zijn onmin-grappig



Gisteren vierde Rotterdam Chinees Nieuwjaar. Dit oosterse evenement vindt elk jaar plaats in het wijkpark van het Oude Westen, samen met Katendrecht dé Chinese wijk van Rotterdam. U raadt het al: ook het Maritiem Museum gaf acte de presence. Chinees Nieuwjaar was voor ons een uitgelezen kans om zoveel mogelijk gewone Chinezen en Nederlanders over elkaar aan de tand te voelen en op de gevoelige plaat vast te leggen. Joop Reijngoud nam het fotograferen voor zijn rekening en een team van het museum, ondersteund door China-experts Linda Malherbe en Fenmei Hu, deed de interviews. Na een zonnige winterdag hadden we meer dan tachtig mensen gesproken. Een rijke oogst aan portretten en citaten die straks een plekje krijgt in de tentoonstelling “Yin en Jan, China en Nederland door Scheepvaart verbonden”.

Uiteraard passeerden tijdens de vraaggesprekken alle cliché’s revue: Chinezen zijn hoffelijk, gesloten en werken keihard; Hollanders tolerant, to the point en soms bot. Toch waren er ook verrassende observaties en herinneringen. Aan de eerste afhaalchinees aan de Mathenesserbrug bijvoorbeeld (“Nie pan, nie nasi!”), aan strenge Chinese moeders, de Antilliaans-Chinese keuken en Chinese vaders die op zee bleven. De grappigste reactie kwam van Chakir en Musa, een Marokkaans wijsneusje en een Turks bijdehandje:

“Wat vinden jullie een bijzondere Chinese eigenschap of gewoonte?”, vroeg ik.
“Chinezen eten alles: slangen, honden, varkens, echt alles!”, antwoordden de twee jongens in koor, met grote ogen, alsof ze het zelf niet durfden te geloven.
“En wat vinden jullie leuk aan Chinezen?”
“Ze zijn zo grappig! Vooral als ze zo raar gaan praten, ‘Ni hao’ bijvoorbeeld.” De jongens barstten in lachen uit: “Dat vinden wij onmin-grappig!”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten