zaterdag 12 februari 2011

Macho-blogger


Ik kan hier natuurlijk stoer de macho-blogger uithangen, maar afgelopen donderdag bleek ik toch een stuk empatischer dan gedacht. Die avond organiseerde ons museum een debat over bootvluchtelingen, passend bij een onlangs geopende tentoonstelling met hetzelfde thema. Een van de sprekers was René Eichelsheim, voormalig gezagvoerder op de ‘Nedlloyd Hobart’, een schip dat in 1981, in de buurt van China, ruim 60 Vietnamese bootvluchtelingen oppikte. Na een verblijf van enkele dagen aan boord van de ‘Hobart’ werden deze mannen, vrouwen en kinderen in Hong Kong afgezet. Daar waren destijds speciaal ingerichte opvangkampen voor bootvluchtelingen.
“De omstandigheden in die kampen waren niet best.”, aldus Eichelsheim: “Bij ons aan boord hadden ze het een stuk beter. Ik ben zo benieuwd wat er van deze mensen geworden is. We hebben nooit meer iets van ze gehoord.”

Uiteraard hoorde ik zijn verhaal geïnteresseerd aan, maar diep geroerd was ik nog niet. “Tja, zo gaan die dingen”, denk ik dan nuchter.

Tot vijftien minuten later een Vietnamese man van middelbare leeftijd – slechts drie stoeltjes van mij verwijderd - opstond en de microfoon vroeg. In vloeiend Nederlands, met licht Vietnamees accent, nam hij het woord: “Ik wil allereerst Nederland bedanken voor de goede opvang van de bootvluchtelingen.”
En toen tot een verbouwereerde Eichelsheim: “Ik was destijds aan boord van uw schip. Zonder u was het met ons verkeerd afgelopen. Bedankt.”
De zaal was inmiddels muisstil.
“Ik kan u ook vertellen wat er met de mensen uit Hong Kong is gebeurd. Ze maken het allemaal goed. 37 leven nu in Nederland, de rest in Duitsland, Canada, Amerika en Australië.”

Nou vooruit, toen moest ik toch wel een traantje onderdrukken. En met mij de hele zaal.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten