vrijdag 29 oktober 2010

Service uit de jaren vijftig


Het was even zoeken – met dank aan de onnavolgbare Belgische bewegwijzering – maar deze herfstvakantie arriveerden de Van Herkjes bij het Atomium. Negen zilveren bollen met elk een diameter van achttien meter lachten ons toe. Het 102 meter hoge Atomium – een 165 miljard keer uitvergroot ijzerkristal - staat symbool voor België en voor een rotsvast geloof in moderniteit. Dat laatste stamt nog uit de wereldtentoonstelling van 1958 toen het Atomium gebouwd werd, want tegenwoordig zijn we natuurlijk vooral bang voor de toekomst.

Het Atomium is onlangs voor 25 miljoen euro gerenoveerd zodat het jaarlijks weer een miljoen bezoekers kan verstouwen. Dat is gelukkig heel deskundig gebeurd. Qua vormgeving past de creatie van ingenieur André Waterkeyn naadloos in de naoorlogse wereld van Kuifje en Blake en Mortimer. De prachtige betonnen trappen met Startrek-hekwerk zijn behouden, maar ook de sobere kleurstelling, de zichtbaarheid van de metalen constructie en zelfs de minuscule lift. Het Atomium biedt anno 2010 een unieke tijdreis naar een achterhaalde toekomst. Ook educatief is een en ander dik in orde: een audioguide (à 2 euro) geeft precies de juiste hoeveelheid informatie.
Maar dat is nog niet alles. Ronduit geniaal is het personeelsbeleid. Het Atomium is er in geslaagd om de jaren vijftig niet alleen te vangen in het keurig herstelde gebouw, maar ook middels zijn werknemers, vermoedelijk re-enactors.

In ons geval begon dat al bij de entree, waar de tickets achteloos werden doorgescheurd door een dame die ons geen blik waardig keurde, maar ondertussen wel druk bleef telefoneren. De snackhoek in de middelste bol werd bemand door een vermoeide heer die stoïcijns de lange rij wachtenden duidelijk maakte welke artikelen uit het beperkte assortiment niet meer verkrijgbaar waren. Ondertussen bezetten twaalf van zijn collega’s de meerderheid van de schaarse hoeveelheid stoeltjes. En dan was er nog die medewerker in het chique restaurant van de bovenste bol wiens dagtaak het was verdwaalde bezoekers streng de toegang te weigeren.
Goed gedaan!
Het mooiste moest nog komen. Namelijk toen zoon Daan beneden in de souvenirshop - in zijn beste tweedejaars Frans - probeerde te achterhalen waar hij de audioguide weer kon inleveren. Hij vroeg het aan een madame achter de kassa.
“Uh… le audioguide?”, stamelde hij.
De slanke dame van middelbare leeftijd keek enige seconden op Daan neer alsof hij een insect was dat net vanonder de balie kwam gekropen, zei vervolgens geen woord, maar wees wel met een gelakte nagel naar de inzamelbox achterin de winkel.

“Goed gedaan hé?! Zo was de service toen papa klein was.”, legde ik enthousiast uit. Volgens mij maakte dat diepe indruk op Daan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten